Ook in deze editie van Brakesection Magazine bladeren we door de ellenlange lijsten met patenten en concepten met betrekking tot achtbanen en andere wilde attracties. Ideeën die al zo lang stof hebben zitten vergaren dat zelfs de meeste coaster enthusiasts zich niet meer kunnen herinneren dat dergelijke ontwerpen ooit bestaan hebben. Of het jammer is dat deze exemplaren nooit verder ontwikkeld werden, laten we ook deze keer volledig in het midden. In deze editie komen opnieuw twee concepten aan bod. Wie heeft zin in een stevige brok pretparkgeschiedenis?
Tubular Coaster
De eerste zogenaamde pijplijnachtbanen werden door Togo ontwikkeld in de jaren 80 van vorige eeuw. Arrow Dynamics had indertijd een alternatieve versie van dit concept gecreëerd. Verder dan het prototype-stadium kwam het echter nooit. Op 24 september 1990 werd door de Canadees Mihail I. Marcu een patent ingediend, waarvan de inhoud nog het best omschreven kan worden als het vervolg op een dergelijke pijplijnachtbaan. Dit patent werd overigens gepubliceerd op 16 maart 1993. Maak kennis met de tubular coaster. Dit ronduit aparte systeem omvatte een buisvormig spoor met zogenaamde lineaire en spiraalvormige gidsspoorsecties. De tube waarin het wagentje vervat zat, kon transparant, gedeeltelijk transparant of opaak zijn. Aan de voor- en achterzijde van de wagentjes was elk een set van wieltjes voorzien (op de afbeeldingen opgenomen in het patent ging het om 6 wieltjes elk) die in contact stonden met de net vermelde gidsspoorsecties. De spiraalvormige spoorsecties zouden ook inversies toelaten zoals heartline rolls.
Het systeem kwam tevens met een soort van transportgedeelte met kettingen om de desbetreffende karretjes naar de ingang van de buissectie te brengen. Het was met andere woorden geen aaneengesloten geheel. Een pneumatische aandrijving aan het begin van de tubulaire sectie zorgde ervoor dat de wagentjes via de kracht van samengeperste lucht naar voren geschoten werden en zo het parcours van de tube konden afleggen…