Twee voor de prijs van één is een deal die je – meestal – niet links kan laten liggen. In plaats van één themapark te bespreken dat wel een heel kort leven beschoren was, gaan we het ditmaal hebben over twee exemplaren. Technisch gezien zelfs drie parken, aangezien het tweede voorbeeld op twee verschillende plaatsen terug te vinden was. Al deze parken waren overigens in het Verenigd Koninkrijk gesitueerd, het eerste in Derbyshire en het tweede in Lancashire, ongeveer op twee uur rijden van elkaar. De perikelen van het eerste park vonden vooral plaats in de jaren ‘80 van vorige eeuw, die van het tweede en derde in de jaren ‘90. We hebben het hier over Britannia Park (later omgedoopt tot American Adventure) en de twee voormalige parken met de naam ‘Crinkley Bottoms’. Klaar voor een klein stukje duistere pretparkgeschiedenis?
Britannia Park (Derbyshire)
Het momenteel nog steeds bestaande Shipley Country Park nabij Derby werd reeds in 1976 geopend voor het grote publiek. Het omvatte het gebied rond de oude Shipley Hall, die meer dan dertig jaar voorheen afgebroken was, samen met de opnieuw aangelegde terreinen rond de oude kolenmijnen van Woodside en Coppice. Al van bij het begin waren er plannen om een gedeelte van de site van Shipley Country Park om te toveren tot wat vandaag de dag een themapark zou worden genoemd. Dit themapark avant la lettre besloeg een enorme oppervlakte van 158 hectare. In 1979 begonnen de eerste besprekingen tussen Derbyshire County Council, de eigenaars van het terrein, en het bedrijf KLF uit Kent, geleid door Peter Kellard. Na heel wat gepalaver en wederzijdse toegevingen werd Britannia Park als concept naar voren geschoven.
In 1985 was het zover: een gedeelte van Shipley Country Park werd omgevormd tot Britannia Park. Het terrein zelf werd 100 jaar in erfpacht geschonken aan KLF. Het park opende officieel op 27 juni 1985. Oorspronkelijk zou het park eigenlijk al open moeten zijn geweest voor het grote publiek in 1982. De vertraging was te wijten aan een langdurige juridische strijd met – onder andere – omwonenden van het park die tegen de nieuwe bestemming gekant waren omdat ze vreesden voor verkeers- en geluidsoverlast. Desondanks was er aan zelfvertrouwen geen gebrek: volgens Peter Kellard zou Britannia Park immers op termijn de Tower of London overtreffen als populairste toeristische attractie van het Verenigd Koninkrijk. Er werd beoogd om meer dan vijf miljoen bezoekers per jaar te kunnen ontvangen. Folders die voor de opening werden rondgedeeld, beloofden een wereld vol plezier. Bezoekers zouden zich kunnen amuseren in een hele resem aan themazones. Zo was er bijvoorbeeld Festival Village, waar je ambachtslieden kon terugvinden die hun oude vaardigheden demonstreerden; de Arena, waar diverse shows werden voorgesteld; Small World, waar maquettes en andere modellen op schaal 1:25 van bezienswaardigheden in het Britse Rijk te bewonderen waren, en tot slot British Genius, waar acht paviljoenen gebouwd zouden worden die de bijdrage van Groot-Brittannië aan de ontwikkeling van de moderne wereld moesten verheerlijken. Met slogans als “Rule Britannia, Britannia Park is great” werden de intenties van het park meteen duidelijk…