Als Belg of Nederlander hoef je op zich niet ver te reizen om interessante plaatsen of mooie streken te kunnen ontdekken. In vorige edities van deze rubriek werden al enkele meer exotische locaties besproken zoals Zaragoza, Odessa of Sicilië. In Coronatijden is het een goed idee om enkele steden dichterbij huis een kans te geven om in de schijnwerpers te staan. Metz bijvoorbeeld. Deze historische stad in Oost-Frankrijk op minder dan drie uur rijden van Brussel, ligt niet ver van Verdun, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1916 één van de meest bloedige veldslagen in de geschiedenis werd uitgevochten tussen Frankrijk en Duitsland. Metz wordt niet enkel gekenmerkt door een bewogen geschiedenis, maar vormt tevens het economische hart van de Lorraine-streek. Daarnaast werd Metz in 2020 nog verkozen tot derde groenste stad (une ville verte in het Frans) van Frankrijk. Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste zaken die in de streek rond Metz en in Metz zelf te beleven vallen.
Geschiedenis in een notendop
De naam van de stad, gelegen aan de rivieren de Moezel en de Seille, dankt haar naam aan de Gallische stam der Mediomatrici. Vóór de integratie in het Romeinse Rijk – weet dat de veroveringstochten van Julius Caesar duurden van 58 v.C. tot en met 52 v.C. – was dit nog een zogenaamde oppidum, Latijns woord een omwalde vestiging geassocieerd met de Kelten. Na verovering door de Romeinse legioenen kreeg deze site de naam Divodurum Mediomatricum. Na eerst nog omgedoopt te zijn tot Mediomatrix, evolueerde de naam later – in de 5e eeuw n.C. – ten tijde van de Franken tot Mettis. Het huidige Metz dus.
Aan het begin van de middeleeuwen was Metz de hoofdstad van het koninkrijk Austrasië. Na het verdrag van Verdun in 843 werd Metz vervolgens de hoofdstad van het Koninkrijk van Lotharingia, de opvolger van het Karolingische Rijk. In 1552 kwam Metz, via het Verdrag van Chambord, in handen van de Franse koning. Meer bepaald werd koning Hendrik II toen regent van Metz, alsook van Toul en Verdun. Dit werd gedaan in ruil voor Franse militaire steun aan het Heilig Roomse Rijk der Duitse Naties. Deze verandering werd echter pas erkend door het Heilig Roomse Rijk met het Verdrag van Westfalen in 1648. Na de Frans-Duitse Oorlog werd Metz via het Vredesverdrag van Frankfurt uit 1871 daaropvolgend weer opgenomen in het Duitse Keizerrijk. Het werd de hoofdstad van het Duitse district Lotharingen van 1871 tot 1919. Na de Eerste Wereldoorlog werd Metz terug overgedragen aan Frankrijk.
Bezienswaardigheden
Midden in het centrum van Metz ligt zonder twijfel het belangrijkste herkenningspunt van de stad: de kathedraal Saint-Etienne. Het schip van deze kathedraal is met zijn 42 meter één van de hoogste ter wereld. Bovendien heeft dit religieus gebouw de grootste oppervlakte aan glas-in-lood-ramen ter wereld, maar liefst 6.496 vierkante meter. Door al deze weelde aan gekleurd glas wordt deze kathedraal ook wel ‘la Lanterne du Bon Dieu’ genoemd (Lantaarn van Onze Lieve Heer). De kathedraal werd gebouwd op een oude site uit de vijfde eeuw, gewijd aan de heilige Stefanus. Het heiligdom van Stefanus zou overigens de enige infrastructuur zijn geweest die onaangeroerd bleef tijdens de plundering van Metz door de troepen van Attila de Hun in 451 n.C. Vlak naast de kathedraal is de statige Place d’Armes gelegen, omzoomd met gebouwen in gele zandsteen zoals het gemeentehuis en de toeristische dienst. Aan dit plein kan je ook le petit train de Metz nemen, een elektrisch treintje op wielen dat langs de belangrijkste toeristische attracties van de stad rijdt.
Op ongeveer 5 minuten wandelen in noordwestelijke richting ten opzichte van de kathedraal van Metz ligt La Place de la Comédie, op een eiland (Île du Petit-Saulcy) tussen twee zijtakken van de Moezel die naar het noorden toe terug samenkomen. Hier liggen daarnaast tevens Le Temple Neuf, een neoromaanse kerk waarvan de architectuur geïnspireerd werd door de dom van Worms, …